Een vluchteling in Duitsland

Ik ben een weekje op pad voor het werk naar Beieren, Zuid Duitsland. Ik geef het toe, door het zakelijk karakter van mijn reis, ben ik een economische vluchteling. Ik vertrek op maandag rond 6 uur ‘s-morgens om 8 uur later, waarvan 2 uur vertraging door die ellendig lange wegwerkzaamheden in Duitsland, in de buurt van München aan te komen. In zo’n file is het altijd leuk om naar mensen te kijken, het is een beetje te vergelijken met als je op een terras zit op een gezellig plein of drukke winkelstraat. Ik rijd in de file steeds voor een auto met een vrouwelijke bestuurder van een jaar of twintig met blond haar en een uiterlijk waarvan je niet direct schrikt als je haar in het donker zou tegenkomen. Met andere woorden: ze heeft mijn aandacht. Wij (mannen) gebruiken een achteruitkijkspiegel om achteruit te kijken. Daarom noemen ze een achteruitkijkspiegel ook een achteruitkijkspiegel. Nee, Frau Super Toll gebruikt de spiegel als kapspiegel. Niet om 1 keer haar haar goed te doen, niet om een keertje te voelen of je lippenstift nog goed zit of het volume van je haar wat op te pumpen, nee dat doen we gewoon in willekeurige volgorde steeds weer opnieuw, de totale filetijd lang. We blijven kijken, we voelen en blijven ons haar van extra volume voorzien totdat de file voorbij is ….

ebersberger almEen half dagje werken rest er dan nog van de dag om na afloop om 6 uur ‘s-avonds uitgeput neer te ploffen op mijn Hotelbed van het Business Class Hotel in Ebersberg.

Rond 20:00 uur ga ik op zoek naar een restaurant in de buurt. Ebersberger Alm is me aanbevolen dus Ebersberger Alm gaat het worden. Een typisch sfeervol Bayerns restaurant met bijbehorende bediening in traditionele Bayrische kledij. In het restaurant zit een mix van kaartende ouderen, drukke gezinnen, eenzame zakenmensen (ik), gewone stelletjes en een op middelbare leeftijd verliefd stel wat mijn eetlust aan het verpesten is door smakkende geluiden van botsende lippen na te doen en zodoende de bacteriën van de ene naar de andere over te brengen. In een restaurant een uiterst ongepast tafereel.

Ik bestel het dagmenu waar ik geen spijt van ga krijgen. Een bijzondere groentensoep, gevolgd door een stuk Boeren eend met rode kool en als toetje een beierse creme met verse vruchten en een lekkere Espresso. Het geheel wordt omringt met het gerstenat van twee grote Dunkles Weiss bieren, ja we hebben het als vluchteling in Duitsland maar slecht….

[jetpack_subscription_form title=”Abonneer je op mijn Blog via E-mail”]

 

Aantal keer gelezen :494